Met het vervallen van de Verklaring ArbeidsRelatie (VAR verklaring) staan veel overeenkomsten van opdrachten waarin ZZP-ondernemers een rol spelen onder druk. Met name vanwege het ‘risico’ dat boven de opdracht hangt over de moeilijk te beantwoorden vraag of de opdracht door de Belastingdienst (op een later moment) wel of niet als een arbeidsrelatie (met dien ten gevolge verplichtingen) zal worden geevalueerd. Het opereren vanuit een zgn. ‘ZZP B.V.’ wordt regelmatig geopperd als oplossingsrichting door opdrachtgevers. Maar is dat zo?
Staatssecretaris Wiebes heeft in zijn beantwoording van de Kamervragen hier specifiek op gereageerd om onduidelijkheid in de markt te voorkomen. Hij geeft aan dat het werknemerschap niet verdwijnt door het werken via een eigen BV: ‘iemand die persoonlijk verplicht is om de arbeid te verrichten en onder werkgeversgezag staat, is ook een werknemer als hij via zijn eigen BV werkt’. Echte ondernemers hoeven zich volgens Wiebes overigens nergens zorgen over te maken, ook niet als ze via een eigen BV werken.
Bij een DGA met een eigen BV wordt op dezelfde wijze beoordeeld of er een gezagsverhouding met de opdrachtgever is als bij andere opdrachtnemers. Voor het beoordelen of er sprake is van een gezagsverhouding is niet alleen van belang wat partijen zelf hebben beoogd bij het sluiten van de overeenkomst, maar ook de wijze waarop feitelijk uitvoering is gegeven aan de overeenkomst. Relevante factoren (zowel voor DGA’s als voor andere opdrachtnemers) voor de vraag of sprake is van een gezagsverhouding, zijn onder andere:
- de opdrachtgever geeft leiding en houdt toezicht op het werk van de opdrachtnemer;
- de opdrachtgever geeft aanwijzingen aan de opdrachtnemer over bijvoorbeeld representativiteit, omgang met klanten, werktijden, kenbaarheid d.m.v. bedrijfskleding, logo’s op vervoermiddelen en visitekaartjes;
- de opdrachtgever neemt klachten in behandeling over (het werk van) de opdrachtnemer;
- de werkzaamheden die de opdrachtnemer verricht vormen een wezenlijk onderdeel van de
- bedrijfsvoering van de opdrachtgever;
- de opdrachtnemer mag niet voor verschillende opdrachtgevers tegelijk werken;
- de opdrachtnemer hoeft het werk niet gratis opnieuw te doen of gratis aan te passen als het niet voldoet aan de overeenkomst;
- de opdrachtgever bepaalt de hoogte van de beloning voor de werkzaamheden;
- de opdrachtgever is aansprakelijk voor de schade die een opdrachtnemer veroorzaakt in de uitoefening van zijn werkzaamheden;
- de opdrachtnemer heeft geen beroepsaansprakelijkheidsverzekering;
- de opdrachtgever zorgt voor gereedschappen, hulpmiddelen en materialen.
analyse
In onze ogen herhaalt Wiebes met deze beantwoording de elementen die reeds bekend zijn in de overweging of een opdrachtnemer als zelfstandige opdrachtnemer of als onder gezag staande werknemer werkzaamheden verricht en geeft Wiebes niet echt de antwoorden waar de markt om vraagt. Desondanks zullen wij het hier momenteel mee moeten doen.
meer weten of klankborden?
Wilt u meer weten over dit onderwerp of over de elementen of over de model overeenkomsten van de Belastingdienst? Of klankborden over een concrete situatie? Aarzel niet om ons te bellen (076 597 27 11) of een e-mail bericht te sturen.