Heeft uw vennootschap (BV) een (boodschappen)auto en wordt deze door uzelf en uw medewerkers gebruikt? Let dan op, want dan is een recente uitspraak van Gerechtshof Amsterdam mogelijk voor u van belang!
Volgens Hof Amsterdam levert zo’n boodschappenauto een bijtelling voor privégebruik op. Bij de DGA, als vaststaat dat hij die auto voor zijn werk kan gebruiken en dat ook gedaan heeft. De auto is hem dan ter beschikking gesteld, en dat volstaat voor een bijtelling.
de casus
Houdstermaatschappij BV X had drie werknemers in dienst. Tot het vermogen van de BV behoorde één personenauto, zijnde een boodschappenauto die afwisselend door de werknemers werd gebruikt. Voor uiteenlopende zakelijke ritjes: om spullen naar bouwprojecten te vervoeren, om zakenrelaties naar de Arena te brengen, en nog veel meer. De werknemers wisten dat zij de auto niet voor privé mochten gebruiken, maar dat verbod was niet schriftelijk vastgelegd. De werknemers beschikten alle drie over een personenauto in privé. De inspecteur constateerde bij een boekenonderzoek dat voor de boodschappenauto geen privégebruik was verloond. Bij navraag bleek dat de DGA over de sleutels van de auto beschikte en dat hij die auto vaker voor zijn werkzaamheden had gebruikt. De inspecteur concludeerde daarop dat de BV de auto aan de DGA ter beschikking had gesteld en dat er alsnog een bijtelling voor privégebruik moest worden verloond. De inspecteur legde de BV naheffingsaanslagen loonheffing op, met een boete van 50%. Hof Amsterdam bevestigde de naheffingsaanslagen. Het stond vast dat de DGA de auto kon gebruiken voor zijn werk, en dat ook had gedaan. Hij had de sleutel van het kluisje waarin de autosleutels werden bewaard, en hij kon de auto gebruiken als het hem uitkwam. Daarmee was aangetoond dat de BV de auto aan haar DGA ter beschikking had gesteld. En dat is voldoende voor een bijtelling privégebruik auto. Het Hof verwierp de stelling van BV X dat pas van een terbeschikkingstelling sprake is als de werknemer de auto ook voor privédoeleinden mag gebruiken. De inspecteur moet aantonen dat de auto aan de werknemer ter beschikking is gesteld. Is dat bewijs geleverd, dan gaat de wet gaat er van uit dat de werknemer die auto voor zakelijke en privédoeleinden gebruikt. Het is dan aan de werknemer/automobilist om aan te tonen dat dat niet het geval is. Belanghebbende was er niet in geslaagd om aan te tonen dat de DGA de auto voor niet meer dan 500 kilometer voor privé had gebruikt. Het Hof besliste dat de inspecteur de naheffingsaanslagen terecht had opgelegd.
Commentaar
Een vervelende uitspraak voor ondernemers met een boodschappenauto in de zaak. Cruciaal is of die auto ter beschikking is gesteld. De inspecteur moet dat aantonen, de DGA moet zorgen dat uit de feiten het tegendeel blijkt. Belanghebbende kan mogelijk nog ontsnappen aan de naheffing als zij – in cassatie – kan aantonen dat de DGA alleen maar in de auto mocht rijden om opdrachten van de werkgever uit te voeren, om in zijn belang personen of goederen te vervoeren. De Hoge Raad heeft recent beslist dat in die situatie geen sprake is van terbeschikkingstelling.
Advies
Hoe vervelend het ook mag lijken, houd voor elke auto van de zaak een sluitende kilometeradministratie bij (en stel vast dat de privékilometers onder de 500km/jaar blijven) zodat in voorkomende gevallen bewezen kan worden dat de betreffende auto niet privé gebruikt is en derhalve terecht geen bijtelling heeft plaatsgevonden.