Hoe lees ik een jaarrekening of financiële tussentijdse rapportage?

Jaarlijks ontvangt u van uw boekhouder of accountant een overzicht van de financiële situatie van uw onderneming. Veelal in de vorm van een ‘rapport inzake de jaarrekening’ of een ‘fiscaal rapport’. Een jaarrekening bestaat uit de volgende onderdelen: een balans, een winst-en-verliesrekening en toelichtingen daarop. Een fiscaal rapport uit een balans en een winst-en-verliesrekening. Zonder mondelinge toelichting blijft het, ondanks dat het jaarlijks terugkeert, voor velen taaie kost. Mede omdat de gebruikte begrippen onvoldoende duidelijk zijn voor de lezer.

Dit artikel poogt u als lezer van een rapport handvatten te geven en uw begrip over te vergroten.

Balansde-balans

De balans geeft uw bezittingen en schulden weer. Een balans is een momentopname. Per enig moment (de balansdatum is veelal 31 december) staan aan de activazijde uw zakelijke bezittingen en aan de passivazijde uw zakelijke schulden vermeld.
Uw zakelijke bezittingen zijn nader onderverdeeld in vaste en vlottende activa. Vaste activa zijn uw bezittingen die meerdere boekjaren dienstbaar zijn aan uw onderneming (bijvoorbeeld uw bedrijfspand of bedrijfsauto). Vlottende activa zijn uw bezittingen die kortlopend aan uw onderneming dienstbaar zijn (bijvoorbeeld debiteurenvorderingen en voorraden).

Ook uw zakelijke schulden zijn onderverdeeld in langlopend en kortlopend. Langlopende schulden zijn de schulden van uw onderneming die u voor meer dan één boekjaar bent aangegaan (bijvoorbeeld een langlopende lening of financial lease contract). Kortlopende schulden lost u binnen één boekjaar af (bijvoorbeeld crediteurenschulden).
Het verschil tussen uw bezittingen en uw schulden is uw eigen vermogen. Als er meer bezittingen dan schulden zijn, heeft uw onderneming een positief eigen vermogen.
Ondanks dat het eigen vermogen feitelijk het saldo is van bezittingen minus schulden wordt dit traditioneel rechts bovenaan in een balans gepresenteerd.

Winst-en-verliesrekeningde-resultatenrekening

De winst-en-verliesrekening, ook wel resultatenrekening genoemd of staat van baten-en-lasten, is een weergave van uw omzet en kosten (ofwel resultaat) over een boekjaar (veelal een kalenderjaar). Daarbij worden veelal en volgens goed koopmansgebruik de kosten toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Stel, u betaalt uw verzekeringspremie over de periode 1 oktober 2016 tot en met 30 september 2017 in één keer vooruit. De verzekeringskosten van oktober tot en met december komen in uw resultaat over 2016 terecht. De kosten van januari tot en met september worden als vordering op uw balans verantwoord en worden in 2017 ten laste van dat resultaat gebracht.

Personeelskosten

Een bijzondere kostenpost zijn de personeelskosten. Het brutoloon van uw personeel, verhoogd met het werkgeversdeel sociale lasten, is voor uw onderneming een kostenpost. U betaalt echter niet het brutoloon, maar het nettoloon aan uw personeel uit. Daarnaast betaalt u de loonheffingen aan de Belastingdienst uit. Zowel nettoloon als loonheffing zijn voor u geen kosten, maar schulden. Grofweg gesteld is de volgende som te maken: nettoloon + inhoudingen ten laste van werknemer + werkgeversheffingen = brutoloon. Vanuit de loonjournaalpost worden de werkgeverslasten in uw resultaat geboekt.

Afschrijvingskosten

Een andere bijzondere post zijn afschrijvingen die verband houden met de in de balans opgenomen vaste activa. Afschrijvingen zijn wel kosten maar geen uitgaven en vertegenwoordigen de financiële waardevermindering van het langdurig bezit en/of gebruik van een vast actief. Middels afschrijvingen worden deze kosten toegerekend aan / uitgesmeerd over meerdere boekjaren. Hier staat tegenover dat de aankoop van een vast actief (bijvoorbeeld een bedrijfsauto) wel een uitgave maar geen kosten is. De uitgave wordt, tezamen met de aanschaffingskosten) als bezitting geactiveerd en periodiek afgeschreven.
Bij de afschrijvingen kan tevens spraken zijn van een verschil tussen technische, economische en fiscale afschrijvingsgrondslagen. Dit wordt meestal in de toelichting bij het rapport vermeld.

Cash flow

Omdat kosten niet altijd uitgaven zijn en uitgaven niet altijd kosten is het enkel en alleen financieel varen op uw kasstromen (oftewel de hoogte van uw banksaldo of verbruik van het bankkrediet) niet altijd aan te raden. Verstandiger is om via tussentijdse financiële rapportages van uw boekhouder of accountant uzelf een beeld te vormen hoe u er qua resultaat ontwikkeling gedurende het jaar voor staat. Dit geeft u tevens een indicatie over de belastingaanslag welke u over het boekjaar mag verwachten.

Natuurlijk is het ook niet verstandig om alleen maar op het resultaat te sturen, immers er is wel geld (banksaldo) nodig om leveranciers te betalen en zelf te eten.

Ondernemer

Als ondernemer vinden wij het van belang dat u zelfstandig in staat bent om uw jaarrekening en tussentijdse financiële rapportages kunt lezen en begrijpen.
Heeft u hier (desondanks) moeite mee, dan leggen wij het u graag (nog) een keer uit, aan de hand van uw specifieke jaarrekening of tussentijdse financiële rapportage.
Individueel of in het kader van een groepssessie welke wij met regelmaat organiseren met andere ondernemers.

Vervolg actie?

Heeft u interesse om deel te nemen aan zo een groepssessie waarin wij uitleg geven over ‘de balans’, ‘de resultatenrekening’ als ook de begrippen ‘uitgaven geen kosten’ en ‘kosten geen uitgaven’? Maak hier uw interesse kenbaar en wij nemen contact met u op.

Stuurt u momenteel (nog) tussentijds op uw banksaldo en krijgt u enkel jaarlijks een rapport van uw boekhouder of accountant? En bent u benieuwd hoe dat anders kan? Graag maken wij in een persoonlijk kennismakingsgesprek duidelijk welke mogelijkheden er zijn nog meer zijn. Maak hier uw interesse kenbaar en wij nemen contact met u op, of bel ons voor een direct persoonlijk contact via 076 597 27 11.

Naam + slogan (breed)